Doorgaan naar hoofdcontent

Ka-tten, ka-sten, ka-trol, ka-mpen, ka-pper

Vorige week begonnen we aan een nieuwe spellingsregel. De regel op verdubbelen en verenkelen. Die kennen wij als de katten, honden, beren en paarden regel.

Deze week waren de katten en honden woorden aan de beurt. De woorden met korte klank.

We oefenden alvast buiten... Met 2 woordkaarten maakten we verschillende woorden. Even goed nadenken of het over een katten of honden woord gaat om het vervolgens bij de juiste groep te schrijven. 










Reacties

Populaire posts van deze blog

Welke letter kan je drinken?

 Oefenen op alfabetisch rangschikken deden we vandaag buiten. We kregen de opdracht om het raadsel op te lossen, maar daarvoor moesten we eerst het raadsel samenstellen... In groepjes verzamelden we letters door opdrachten te doen op alfabetische volgorde.  Welke letter kan ik drinken? T, natuurlijk!

Persoon, dier, plant of ding

Personen, dieren, planten of dingen. Ze behoren allemaal tot de familie van de zelfstandige naamwoorden. Met enkele loopspelletjes oefenden we de verschillende soorten in. Prima gedaan!

Beroepenbeurs

 In onze kijker van taal werkten we rond interviews. We leerden over de verschillende soorten vragen en over allerlei beroepen. Om onze kijker af te sluiten hielden we een beroepenbeurs. We kregen verschillende beroepen over de vloer... Brandweer, slager, sportjuf, marktkramer, pastoor, kunstenaar en verpleegster. We kozen een beroep om te interviewen. Volgende week brengen we een verslag uit aan elkaar. Dankjewel aan iedereen die langs kwam voor het interview!